“Smaakjesthee?” vraagt ze uitnodigend terwijl ze in de keuken kokend water in de theepot giet. Met een half vragende blik glimlachend achterom kijkend laat ze op mijn goedkeurend gegrom wat geurige theekruiden in de pot zakken. “Ga je mee buiten zitten?” gaat ze verder en zet daarop koers naar de kleine patio achter het huis.
Loshangende slierten zachtglanzend en rossig haar achtervolgen haar terwijl ze me voorgaat naar de knus ingerichte kleine binnentuin. Op de verweerde tafel die voor de brede houten bank staat zet ze twee oorloze kommetjes neer, voor elk een en terwijl de thee de tijd krijgt om op smaak te komen gaat Herma er op haar gemakje bij zitten.
Iets meer dan vijftig jaar terug stond haar wiegje in de Stad aan het Haringvliet, dat ondanks de naam een minidorpje is, een kleine havenplaats op het Zuid Hollandse Goeree-Overflakkee. Met half Groningse, Onstwedder wortels, verhuisde de dan 16-jarige Herma Arensman terug naar het moederland, terug in de zware klei, een hele omslag voor de tiener van toen, ingrijpend ook.
Ze zocht en vond haar draai in het Noorden, meerde meerdere keren af in het Oost-Groningse en heeft nu aan de Venne – een drooggelegd stads-kanaal – haar anker laten vallen. Terwijl ze onze theemokjes vult verhaald ze verder over haar leven tot nu toe.
Over haar werkervaring en veelzijdige interesses, niet en nooit te beroerd om telkens nieuwe uitdagingen aan te gaan, benieuwd en bereid nieuwe routes te verkennen, het past ook wel een beetje bij haar karakter. Ze is niet bang “never hesitate to trade your cow for a handful of magic beans” is een van de door haar gebezigde uitspraken.
Het is een fantasievolle en kunstzinnige vrouw die vanuit haar hart schildert en creëert maar tegelijk toch nog wat terughoudend is, beter gezegd was, want sinds april van dit jaar timmert ze nu aan de weg met haar gebrandschilderde glaswerk en realistische schilderwerken. ‘Kunstjesmaker’ noemt ze zichzelf bescheiden, deze moeder van Jasper & Jeroen, twee grote stoere en sportieve tienerknullen.
“Als tiener begon ik mijn veelzijdige carrière in de instellingskeuken van de Molenhof in Oude Pekela” vertelt ze terwijl ze de thee bijschenkt, “daar vandaan heb ik een interessante culinaire route gevolgd, van de kombuis op een cruiseschip tot aan een middeleeuwse keuken in klein Zwitsers kasteeltje.” Via verrassende omwegen kwam ze tenslotte als Paraveterinair terecht bij een bekende dierenkliniek in Winschoten waar ze als paardestaarttiener bescheiden op de achtergrond haar werk met veel liefde verrichtte.
Een van de artsen was een bekend en kundig houtkunstenaar die bij haar de liefde voor dieren en kunst verder heeft laten opgloeien. Ze begon met het portretteren van huis- en boerderijdieren en probeerde in elk werk het eigen karakter vast te leggen en tegelijk een klein stukje van zichzelf daarin te verwerken.
“En toen kwamen de kindjes..” en was dat het moment om met liefde full-time het moederschap in te gaan. Werkkamer werd kinderkamer en Herma verkaste met haar spullen onder pannendak en rommelzolder tot het moment weer aanbrak dat de Lachende Varkens, de Statige Schapen en Kloeke Hanen terug op het doek verschenen. Schotse Hooglanders die snuivend in de mist vereeuwigd werden, Koele Leeuwen die streng doch rechtvaardig de wereld inkijken maar ook prachtige Oost-Groninger landschappen van formaat tot gebrandschilderde dierenfiguren op handzaam formaat.
Terwijl ik mijn theemok leeg laat ze me haar laatste creatie, een raaf, zien, een prachtig gelukt werk. Voor ik vertrek neemt ze me nog even mee haar atelier & kamer in en toont ze me de trots de door haar vereeuwigde Impala. Ik pak daarop mijn camera en vereeuwig beiden – zowel de Impala als ‘Kunstjesmaker’ Herma.